Ook met lege handen draag je een heel leven met je mee.
Oorlog breekt uit. En in scherpe beelden mijn leven binnen. Als verhalen in het nieuws. Als foto’s in mijn ochtendkrant.
Van flarden van huizen tegen een lucht van bijna lente.
Van een poppenwagen tussen brokstukken van leven.
Van kinderen in uitzichtloze kelders. Verweesd en verloren.
Van mensen op de vlucht. In hun handen hun dierbaarste bezit. Houvast, herinnering en droom.
Onderweg van ergens naar nergens door niemandsland.
Ik sla de bladzijde om. Dat geluk heb ik. Ik sla hun bladzijde om. Mijn veilige venster op de wereld.
En toch. Zij laten mij niet los.
En ik denk. Wat is mijn kostbaarste bezit? Wat zou ik redden als mijn leven reddeloos verloren was?
Iets dat warmte geeft of troost of iets dat grenzeloos doet dromen.
Ik weet het niet. Alleen maar dit: ook met lege handen draag je een heel leven met je mee.