kleine held II

Ik vond een jaar wel snel. Om dood te gaan. De vader na de moeder. Precies op het moment van alles voor het eerst, de cirkel rond, begon de winter weer opnieuw. En zo zal de kersttijd er altijd een van afscheid blijven. Van mijn moeder onder een regen van vallende sterren en van mijn vader onder de volle maan. Deze tekst schreef ik niet lang na het sterven van mijn vader, december 2018. 

Mijn hoofd was bijna vergeten. Het adem inhouden telkens als de hare stopte. Het opkijken dan, het tellen, het dichterbij gaan. Het opgelucht voelen van nog een zuchtje leven. Tot er geen ademruimte meer overbleef.
Mijn hart herkende het zonder slag of stoot. Het adem inhouden, telkens als de zijne stopte. Het opkijken, het dichterbij gaan, het voelen. Het vechten maar toch inslapen. Het wakker geschrokken zien dat er bijna geen ademruimte meer overblijft. Het dichtbij blijven dan. Het vasthouden. Het loslaten.
We waren samen in een kamer. De dood en ik. Mijn hoofd dacht angst. Mijn hoofd dacht vluchten. Mijn hart voelde warmte. Voor die mens. Voor de mens. Die – in de zucht die leven heet – doodgewoon zijn eigen kleine held wil zijn. Zijn leven vorm en kleur en diepte geeft. Mijn hart wil nooit vergeten.

Delen

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Mag ik je schrijven, nu en dan? Over woorden, zinnen en teksten.